1. hindoeïsme
    1. het is een groep geloofsvormen met een veelheid aan uitingsvormen
    2. de naam hindoeïsme komt van de naam van een rivier de indus, zelf noemen iniërs het sanatana dhrama
    3. Dharma: bestemming kosmische orde kaste
      1. brahmanen: priesters zieners filosofen
      2. ksatriya's: strijders ridders militairen koningen prinsen bestuurders
      3. vaisya's: boeren kooplieden handelaren geschoolde arbeiders
      4. sjoedra's dasa's: ongeschoolde, slaven bedienden
      5. dalits: buiten de kaste
    4. veda's: lofliederen gebeden aanwijzingen zijn opgeschreven 800 vCH en komen van ariërs
    5. oepanisjaden: de relatie tussen Brahman en atman ' dat zijt gij' na vedische periode
    6. het ontstaan van grote verhalen meer dan veda's zijn deze verhalen bron van inspiratie
    7. Mahabharata: verhalen uit de periode 200 vCh tot 200 na Chr over een erfopvolging
    8. Bhagvadgita: strijd tussen goed en kwaad de wagenmenner Krisjna
    9. Ramayana: rept over jaloerse mannen
    10. Karma en reïncarnatie: opgang ondergang wederkeer. atman is goddelijke essentie zielsverhuizing en door je karma bepaal je de plek waar je wedergeboren wordt
      1. verlossing van deze kringloop.
        1. karma marga: juiste morele houding leven.
        2. bhakti marga: toewijding aan een bepaalde god.
        3. jnana marga: door studie en meditatie.
    11. oneindig aantal goden, polythëisme meergodendom
      1. istadevata: een bijzondere relatie met een godheid van eigen keuze
  2. Boedisme
  3. jodendom
  4. christendom
  5. islam