1. Hypothese
    1. Als overstuiving door zand afkomstig van zandsuppletie zorgt voor een betere buffering tegen verzuring dan overstuiving door zand dat van nature aanwezig is en geen overstuiving in de witte- en grijze duinen van Vlieland, dan is het mozaïek van verschillende stadia van successie en de bijbehorende hoogteverschillen in de verschillende vegetatietypen groter. Dit leidt weer tot grotere individuen en hogere dichtheden van de verschillende voedselgildes.
  2. Beantwoording onderzoeksvraag 1
    1. Onderzoeksvraag 1
      1. Verschilt de absolute dichtheid van de voedselgilden (prikkers, knagers, predatoren, omnivoren en detritivoren), tussen locaties met overstuiving van zand afkomstig van zandsuppletie, overstuiving van zand dat van nature aanwezig is en zonder overstuiving in de witte- en grijze duinen van Vlieland, van elkaar?
    2. Beantwoording onderzoeksvraag plaggen
      1. Er is geen significant verschil aangetroffen voor de absolute dichtheid van de voedselgilden (detritivoor, knager, omnivoor, onbekend, parasitair, plantzuiger, predator en zaadeter) tussen locaties met overstuiving van zand afkomstig van zandsuppletie, overstuiving van zand dat van nature aanwezig is en zonder overstuiving in de grijze duinen van Vlieland (P detritivoor, parasitair, plantzuigers en predator = 0,645; 0,869; 0,217 en 0,889).
      2. De totale dichtheden van de detritivoren, onbekenden, parasieten, plantzuigers en predatoren bij suppletie zijn groter dan de totale dichtheden van detritivoren, onbekenden, parasieten, plantzuigers en predatoren zonder overstuiving en lokale overstuiving, waarbij zonder overstuiving de kleinste totale dichtheid heeft bij de onbekenden en plantzuigers. Verder heeft lokale overstuiving de kleinste totale dichtheid bij de detritivoren en de predatoren. (zie grafiek 3.1.1). Helaas zijn deze verschillen niet significant (P plantzuigers en predatoren = 0,217 en 0,889; de rest geen Anova mogelijk).
  3. Beantwoording onderzoeksvraag 2
    1. Onderzoeksvraag 2
      1. Verschuift de verhouding tussen de voedselgilden (herbivoren, predatoren, omnivoren en detritivoren) tussen locaties met overstuiving van zand afkomstig van zandsuppletie, overstuiving van zand dat van nature aanwezig is en zonder overstuiving in de witte- en grijze duinen van Vlieland, van elkaar?
    2. Beantwoording onderzoeksvraag plaggen
      1. Er is een significant verschil aangetroffen voor de verhoudingen van de voedselgilden (detritivoor, knager, omnivoor, onbekend, parasitair, plantzuiger, predator en zaadeter) tussen locaties met overstuiving van zand afkomstig van zandsuppletie, overstuiving van zand dat van nature aanwezig is en zonder overstuiving in de grijze duinen van Vlieland (P zonder-lokaal < 0,000; P lokaal-suppletie <0,000 en P zonder-suppletie <0,000).
      2. De verhouding van de detritivoren zonder overstuiving is groter dan de verhouding van detritivoren bij lokale overstuiving en suppletie overstuiving, waarbij de verhouding van detritivoren bij lokale overstuiving het kleinste is. De verhouding van de predatoren zonder overstuiving en lokale overstuiving zijn ongeveer gelijk; bij de lokale overstuiving is deze iets groter. De knagers zijn alleen aanwezig bij lokale overstuiving en suppletie, waarbij de verhouding van de knagers alleen duidelijk zichtbaar is bij lokale overstuiving (zie grafiek 3.2.1.b). De verhouding van de plantzuigers is steeds groter als de volgorde geen overstuiving, lokale overstuiving en suppletie gevolgd wordt. Dit in tegenstelling met de verhouding van de wortelknagers, die juist steeds kleiner is bij het aanhouden van dezelfde volgorde (zie grafiek 3.2.1.a t/m 3.2.1.c). De verhouding van de predatoren bij suppletie is het kleinste. De enige verhouding van omnivoren is aanwezig bij suppletie. Deze verschillen zijn significant (P zonder-lokaal < 0,000; P lokaal-suppletie <0,000 en P zonder-suppletie <0,000). Het is logisch dat de verhouding van de predatoren en detritivoren bij lokale overstuiving en suppletie kleiner zijn dan bij geen overstuiving, aangezien deze twee locaties meer voedselgilden bevatten en bepaalde verhoudingen van voedselgildes groter zijn dan bij geen overstuiving, zoals bij de parasitaire voedselgilde en plantzuigers het geval is. Dit werd ook wel verwacht, aangezien de lokale overstuiving en suppletie waarschijnlijk betere omstandigheden dan geen overstuiving bieden waardoor de biodiversiteit (aantal individuen en verschillende voedselgildes) groter zijn (literatuur!)
    3. Onderzoeksvraag 2.2
      1. Komen er naar verhouding binnen de herbivoren meer knagers dan prikkers voor op locaties met overstuiving van zand afkomstig van zandsuppletie en overstuiving van zand dat van nature aanwezig is in vergelijking met locaties zonder overstuiving in de witte- en grijze duinen van Vlieland?
    4. Beantwoording onderzoeksvraag plaggen
      1. Er is een significant verschil aangetroffen voor de verhoudingen van de voedselgilden (detritivoor, knager, omnivoor, onbekend, parasitair, plantzuiger, predator en zaadeter) tussen locaties met overstuiving van zand afkomstig van zandsuppletie, overstuiving van zand dat van nature aanwezig is en zonder overstuiving in de grijze duinen van Vlieland (P zonder-lokaal < 0,000; P lokaal-suppletie <0,000 en P zonder-suppletie <0,000).
      2. De verhouding van de totale knagers is groter dan de verhouding van de plantzuigers bij geen overstuiving. Bij lokale overstuiving is dit precies andersom: de verhouding van de totale knagers is even groot als de verhouding van de plantzuigers bij geen overstuiving. Dit geldt ook voor de verhouding van de plantzuigers: die is even groot als de verhouding van de totale knagers bij geen overstuiving. Bij suppletie is de verhouding van de plantzuigers veel groter dan de verhouding van de totale knagers. Er komen in verhouding dus meer plantzuigers dan knagers voor bij lokale overstuiving en bij suppletie dan bij geen overstuiving, waarbij supletie de grootste verhouding plantzuigers ten opzichte van knagers heeft. Grafieken moeten nog in resultaten! Omgekeerd van verwachting, want bij overstuiving is meer vers materiaal aanwezig dan bij geen overstuiving (minder houtig dan bij geen overstuiving). Mogelijk kunnen de plantzuigers niet door houtachtig materiaal komen met hun kwetsbare steeksnuit, waardoor knagers (die kaken hebben die sterker en steviger zijn) toch een groter voordeel hebben (literatuur!).
  4. Beantwoording onderzoeksvraag 3
    1. Onderzoeksvraag 3
      1. Verschilt de lengte (in klassen van 1 mm) van de prikkers, knagers, predatoren, omnivoren en detritivoren tussen locaties met overstuiving van zand afkomstig van zandsuppletie, overstuiving van zand dat van nature aanwezig is en zonder overstuiving in de witte- en grijze duinen van Vlieland, van elkaar?
    2. Beantwoording onderzoeksvraag plaggen
      1. Er is geen significant verschil aangetroffen voor de lengteklassen van de voedselgilden (detritivoor, knager, omnivoor, onbekend, parasitair, plantzuiger, predator en zaadeter) tussen locaties met overstuiving van zand afkomstig van zandsuppletie, overstuiving van zand dat van nature aanwezig is en zonder overstuiving in de grijze duinen van Vlieland (Adult: P predator, detritivoor en parasitair is: 0,271 en 0,282 (l 1 en l 5); 0,413 en 0,294 (l 1 en l 2); 0,884; Larven: geen Anova mogelijk).
  5. Beantwoording onderzoeksvraag 4
    1. Onderzoeksvraag 4
      1. Komt er een grotere dichtheid (bodemfauna) prooien van Grauwe klauwieren en Tapuiten voor op locaties met overstuiving van zand afkomstig van zandsuppletie in vergelijking met locaties met overstuiving van zand dat van nature aanwezig is en zonder overstuiving in de witte- en grijze duinen van Vlieland?
    2. Beantwoording onderzoeksvraag plaggen
      1. Er is geen significant verschil aangetroffen in de absolute dichtheid bij deelvraag 1 over alle bodemmacrofauna, dus er is ook geen significant verschil aangetroffen voor de absolute dichtheid van prooien van de Tapuit en Grauwe klauwier.
  6. Beantwoording onderzoeksvraag 5
    1. Onderzoeksvraag 5
      1. Komen er grotere (bodemfauna) prooien van Grauwe klauwieren en Tapuiten voor op locaties met overstuiving van zand afkomstig van zandsuppletie in vergelijking met locaties met overstuiving van zand dat van nature aanwezig is en zonder overstuiving in de witte- en grijze duinen van Vlieland?
    2. Beantwoording onderzoeksvraag plaggen
      1. Er is geen significant verschil aangetroffen in de lengten bij deelvraag 3 over alle bodemmacrofauna, dus er is ook geen significant verschil aangetroffen voor de absolute dichtheid van prooien van de Tapuit en Grauwe klauwier.