1. ScrumMaster (SM)
    1. Is er niet
    2. Is een Tech Guru
    3. Is te druk om zich bezig te houden met ScrumMaster zaken
    4. Is een lijnmanager
    5. Is niet specifiek toegekend aan het Team
    6. Is niet of onvoldoende bekend met Scrum
    7. Heeft geen Obstakel Backlog
  2. Definition Of Done (DoD)
    1. Er is geen standaard DoD
    2. Het Team respecteert de DoD niet
    3. De DoD ligt niet binnen de controle van het Team
  3. Velocity
    1. Is onbekend
    2. Wordt niet gebruikt
    3. Wordt verkeerd gebruikt
    4. Het Team wordt gevraagd om beloftes te doen voor datums
    5. Bevat ook Stories die niet aan de DoD voldoen
    6. Yo-yo velocity
  4. Retrospectives
    1. Worden niet gehouden
    2. Leidt niet tot een lijst van verbetersuggesties
    3. De verbetersuggesties worden niet uitgevoerd
    4. De verbetersuggesties worden niet opgevolgd
    5. Ongewenste deelnemers in de meeting
    6. Niet iedereen spreekt
  5. Team Commitment
    1. Het Team wordt onder druk gezet
    2. Het Team doet geen tracking om te leren
    3. Er is altijd te weinig commitment
    4. Er is altijd te veel commitment
    5. Velocity = 0
    6. Er is geen slack
  6. (Technische) Schuld
    1. Wordt steeds opgestapeld / niet afgelost
    2. Wordt genegeerd
  7. Teamwork
    1. Er zijn vaste rollen
    2. Persoonlijke Backlogs
    3. Elkaar niet helpen
    4. Teveel Stories die parallel worden uitgevoerd
    5. Extern management
  8. Product Backlog (PBL)
    1. Er is geen PBL
    2. De PBL is niet zichtbaar
    3. Never-ending stories
    4. De Stories zijn te groot
    5. De PBL wordt niet goed onderhouden door de PO
    6. De PO is (ongewenst) verrast tijdens de Sprint Demo
    7. De PO stelt geen prioriteiten
  9. Sprint Backlog (SBL)
    1. Er is geen SBL
    2. Is te ver van het Team verwijdert
    3. Is te complex
    4. Wordt niet gebruikt tijden de DS
    5. Het formaat is niet gekozen door het Team
    6. Heeft geen Burndown Chart
    7. Wordt niet iedere dag geupdate
    8. Waarschuwingssignalen worden genegeerd
  10. Teveel focus op problemen
    1. Problemen zijn normaal
    2. Houd niet op met probelemen te vinden
    3. Geen paniek, geen wanhoop
    4. Zichtbare problemen = Oplosbare problemen = een kans voor een verbetering
    5. Prioriteer en los problemen op - één voor één
    6. Kijk af en toe terug en geef jezelf een schouderklopje