1. 1.1a De overheid heeft de plicht en de verantwoordelijkheid om elke burger (klein of groot) de beschermen tegen geweld.
  2. 1.1b Deze verantwoordelijkheid vloeit rechtstreeks voort uit de bekrachtiging van het VN-verdrag voor de Rechten van het Kind door de Nederlandse overheid.
    1. 1.1b.1 Met een beroep op het recht van een kind op respect voor zijn fysieke en psychische integriteit kan elke vorm van geweld jegens een kind afgewezen worden.
      1. 1.1b.1.1 Om de rechten van een kind zo goed mogelijk te vervullen, is het voor de samenleving onontkoombaar om meer zorg te besteden aan het functioneren van de ouders.
      2. 1.1b.1.1´ De rechten van een kind worden alleen zo goed mogelijk vervuld als de ouders goed functioneren (V).
  3. 1.2 Geweld heeft een grote invloed op de kwaliteit van de samenleving in termen van fysiek en psychisch leed.
    1. 1.2.1 Psychisch leed leidt tot een verhoging van mogelijke vormen van zorg (van kindertherapie tot en met TBS).
      1. 1.2.1.1 Voor de samenleving betekent dit een immense aanslag op de kosten voor de verschillende vormen van zorg.
        1. 1.2.1.1´ Een verhoging van de zorg leidt tot hogere kosten van de zorg (V).
  4. 1.3a Uit onderzoek blijkt dat als een situatie in een gezin zo ver uit de hand is gelopen, dat er sprake is van kindermishandeling, het heel lastig is om een dergelijke negatieve spiraal te stoppen.
    1. 1.3a.1Kinderen die ervaring hebben met geweld binnenshuis, zetten dit vaak buitenshuis voort.
    2. 1.3a.2 Kinderen die thuis geweld hebben meegemaakt, lopen een verhoogde kans zichzelf later, bijvoorbeeld in de rol van partner of ouder, gewelddadig te gedragen.
  5. 1.3b Hierdoor wordt gepleit om meer te investeren in de preventie (het voorkomen) van kindermishandeling.