1. p5 toepassing
    1. maken effectief businessplan
    2. doelen bereiken met bewezen methodiek
    3. structuur voor strategie en praktijk
  2. support voor lezers boek
    1. p13 zelftest
    2. p18 mailadressen voor vragen
    3. p24 download template op 1 A4
    4. p24 Linkedingroep
    5. p24 apps bij Apple en Google
  3. voordelen OGSM
    1. p9 simpel, logisch krachtig, consistent
    2. p10 duidelijkheid over te maken keuzes
    3. p18 controle over proces
    4. p27 compleet, samenhangend, overdraagbaar, procesbewaking
    5. p102 kort: 1 vel A4 (minimaal Arial lettergrootte 6)
  4. onderdelen
    1. O=Objective
      1. 1 kwalitatief doel over 1, 3 of 5 jaar
      2. kenmerken
        1. inspirerend,
        2. richtinggevend
        3. punt op de horizon
    2. G=Goals
      1. kwantitatieve doelen
      2. kenmerken
        1. maken Goal meetbaar
          1. coördinaten
    3. S=Strategies
      1. wegen naar Objective
      2. kenmerken
        1. max 1 A4 in Arial 6pt
        2. max 6 strategieën
          1. hoe minder strategieën, hoe meer focus
    4. M=Measures
      1. dashboard
        1. meetpunten
        2. acties
      2. kenmerken
        1. uitwerking van strategieën
  5. voorgeschiedenis
    1. p33 grondlegger Peter Drucker, management by objectives
      1. p33 beter resultaat als doelen zijn
        1. duidelijk
        2. samenhangend
        3. uitdagend en haalbaar
      2. NIET: p35 als actie niet werkt doel aanpassen
        1. WEL: actie aanpassen, doel handhaven
    2. p37ontwikkeling
      1. Doel door Doen
      2. M splitsen in Dashboard en Acties
  6. Main Topic 15
    1. cases
      1. p35 Apolloproject
        1. president Kennedy: voor eind jaren 60 zetten wij mens op de maan en brengen die weer terug
        2. subdoelen
          1. raket
          2. selectie astronauten
          3. trainingen
          4. communicatie
          5. ... zelfs de schoonmaker leverde bijdrage aan Objective
      2. p37 Japanse autofabrikanten
      3. p37 veel bedrijven uit Fortune top 500
  7. succesfactoren
    1. DIT
      1. p42 Draagvlak (betrokkenheid)
      2. p43 Inhoud
        1. samenhang
        2. duidelijke keuzes
      3. p44 Techniek: OGSM-proces
        1. selectie deelnemers
          1. inhoudelijke bijdrage
          2. draagvlak
          3. aantal bij sessie: 6-8, max 12
        2. externe ondersteuning
          1. iedereen kan inhoudelijk deelnemen
          2. frisse blik
          3. meer expertise, meer gezag
    2. p49 Cirkels van Covey in strategie
      1. NIET: Cirkel van Betrokkenheid
        1. wat je graag zou veranderen, maar niet kunt veranderen: accepteren
        2. zwakte/slachtofferol
      2. WEL: Cirkel van Invloed
        1. wat je wel kunt veranderen
        2. kracht
        3. kansdenken/omdenken
  8. voorbereiding
    1. p53 positionering
      1. eerst merk, dan strategie, dan structuur
      2. merk/brand bevat
        1. WAAROM ben je op aarde?
        2. WAT voelt je klant als hij zaken met je doet?
        3. HOE pak je het aan?
    2. p55 SWOT
      1. grondig en gezamenlijk beeld van uitgangssituatie
      2. bevat
        1. intern (Cirkel van Invloed)
          1. sterktes/strengths
          2. zwaktes/weaknesses
          3. bijv
          4. HR-beleid
          5. identiteit
          6. assortiment
          7. eigen technologie
        2. extern (Cirkel van Betrokkenheid)
          1. kansen/opportunities
          2. dreigingen/threats
          3. bijv
          4. trends in de markt
          5. nieuwe wetgeving
          6. technologie bij concurrentie
      3. tips
        1. Power SWOT: per onderdeel 3 punten (prioriteiten in relevantie)
        2. onderbouwing
          1. is dit echt zo of een toevallige interpretatie?
          2. wat is oorzaak?
        3. inventariseren
          1. vraag ook niet-deelnemers sessie vooraf naar hun ideeën over punten in SWOT
          2. stuur deze lijst rond en laat iedereen belangrijkste twee punten noemen
        4. perspectief
          1. kijk naar intern perspectief
          2. kijk ook naar context
          3. klant
          4. concurrentie
        5. bewaak waar het om gaat
          1. NIET: kansen zijn gewenste strategieën
          2. WEL: kansen zijn positieve externe omstandigheden waar met strategie op ingespeeld kan worden
      4. daarna confrontatiemix
        1. hoe kunnen we sterktes benutten om
          1. kansen te grijpen?
          2. bedreigingen weg te nemen?
        2. welke zwaktes moeten we aanpakken om
          1. kansen te grijpen?
          2. bedreigingen weg te nemen?
  9. over deze mindmap
    1. bron
      1. boek Businessplan op 1 A4 - Snel en effectief plannen met OGSM
      2. door Marc van Eck en Ellen Leenhouts
      3. EAN: 9789047008408
      4. samenvatting inhoud, zonder opdrachten en praktijkcases
    2. legenda
      1. mindmap gemaakt door Rob Visser, CommuniCadans
      2. p=paginanummer
    3. leesaanwijzingen
      1. bekijk een willekeurig element
      2. bekijk de takken eromheen
      3. vorm een mening/indruk
        1. relevant?
        2. feitelijk juist?
        3. samenhang logisch?
      4. ga op zoek naar wat voor jou het meest relevant is
      5. leg verbinding met je eigen ervaringen
      6. bekijk geheel vanaf rechtsboven kloksgewijs
  10. Doel door Doen
    1. p66 bij doel concrete actie benoemen
    2. WEL: In Rome zijn door maken voettocht
      1. NIET: In Rome zijn
        1. schept onduidelijkheid over strategie waardoor enthousiasme omslaat in mislukking/ontmoediging
        2. risico op verschillen in strategie
          1. vliegtuig?
          2. auto?
          3. ...?
      2. NIET: Voettocht maken
        1. schept onduidelijkheid over doel, geeft onduidelijkheid over beoogd resultaat, ondanks tevredenheid over inspanningen
        2. risico op verschillen in koers
          1. Rome?
          2. naar huis?
          3. ...?
    3. bijv
      1. Kennedy beoogde herstel van trots door mens op de maan
  11. uitvoering OGSM
    1. p77 Objective: kwalitatieve doelstelling
      1. niet meetbaar
      2. balans
        1. ambitie - haalbaarheid
          1. niet te makkelijk: uitdaging
          2. niet te moeilijk (anders moedeloosheid)
        2. ratio - emotie
          1. ratio
          2. voor iedereen reproduceerbaar in eigen woorden
          3. wat betekent dit voor de organisatie als geheel?
          4. wat betekent dit voor mijn rol?
          5. aansluiting bij
          6. hogere doelen organisatie
          7. SWOT
          8. emotie
          9. goed gevoel over koers
          10. inspiratie om zelf een bijdrage te leveren
      3. behalen leidt tot volledige tevredenheid
        1. onderscheid tussen
          1. WEL wat nodig is daarvoor (need to have)
          2. NIET wat niet echt nodig is (nice to have)
        2. maken van dit onderscheid
          1. stel we halen het Objective, afgezien van 1 onderdeel
          2. is dat erg?
          3. ja
          4. nee
      4. Doel door Doen
      5. deadline
        1. meestal 1 of 3 jaar
        2. bij ingrijpende koerswijziging 5 jaar
      6. NIET vaag
        1. "innovatie sleutelrol met afstemming op veranderende wensen consument"
    2. p89 Goals:SMART: specificaties Objective
      1. beschrijving van Doel en Doen
        1. specifiek (concreet)
        2. meetbaar (verifieerbaar of het gelukt is)
          1. wat meet je?
          2. hoe meet je het?
          3. met nulmeting, startsituatie
        3. acceptabel (voor alle betrokkenen)
          1. draagvlak
          2. inspiratie
        4. relevant (noodzakelijk om Objective te bereiken)
        5. tijdgebonden (deadline)
      2. bijvoorbeeld Jeep
        1. hoogste marktaandeel
        2. maar als markt inzakt zegt dat weinig, dus ook minimale afzet
        3. maar wel met opbrengst, dus ook minimale marge
      3. alle goals noodzakelijk, dus ze moeten ook allemaal gehaald worden
      4. minstens 1 financieel doel
      5. stem af met Objective
        1. samenhang
        2. alles need to have
    3. p101 Strategies: route naar Objective
      1. kijk eerst naar de Objective
        1. consistentie
        2. hoofdlijn
      2. 5xS
        1. simpel
          1. begrijpelijk voor betrokkenen
          2. concreet DdD
        2. selectief
          1. prioriteiten
          2. bijv Rome door voettocht
          3. niet elders
          4. niet op andere manier
        3. solide
          1. binnen cirkel van invloed
          2. geeft continuïteit voor externe positie (cirkel van betrokkenheid)
          3. bijv
          4. 'marktaandeel winnen door prijsverlaging' lijkt logisch, maar bedreigt positie op lange termijn
        4. synergetisch
          1. strategieën verzwakken elkaar niet
          2. effect op doel kan direct zijn of indirect (enabler voor andere strategie)
        5. sufficiënt
          1. is te verwachten dat deze strategieën voldoende zijn om Goal te bereiken?
          2. houd een veiligheidsmarge aan ivm 'onvoorziene factoren'
      3. strategieën kunnen gaan over
        1. markt/doelgroep
          1. wat is ons gewenste imago?
          2. hoe bereiken we dat?
        2. interne branding
          1. organisatiecultuur
          2. motivatie
          3. dienstbaar zijn aan klant
          4. bijdrage leveren aan prestaties organisatie
          5. bijdrage leveren aan verbetering organisatie (leren)
        3. leiderschap
          1. normen en waarden
          2. hiërarchie
        4. financiën
          1. tarieven
          2. efficiency
        5. innovatie
          1. goederen
          2. diensten
          3. processen
      4. benoem voor iedere strategie een eigenaar
        1. overziet wie bijdrag leveren aan strategie
        2. bewaakt, inspireert, confronteert iedereen
        3. rapporteren over voortgang aan OGSM-team
    4. p117 Measures: op koers blijven
      1. concrete acties voor uitvoering strategie
      2. meting of subdoelen gehaald worden
  12. p133 cascaderen (doorvertalen)
    1. verticaal: steeds praktischer naar concrete acties
    2. horizontaal: aansluiting tussen acties die onder één strategie vallen
      1. geen leemtes
      2. geen overlappingen
      3. iedereen heeft een rol
  13. p141 opvolging/indalen OGSM
    1. integreren in bedrijfscultuur
      1. Draakvlak
      2. Inhoud
      3. Techniek
    2. vier de successen, op ieder niveau